Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [26]En gij, [27]tot hetzelve ook alle naarstigheid [28]toebrengende, voegt [29]bij uw geloof [30]deugd, en bij de deugd [31]kennis, 26. Uit het voorgaande verhaal van de weldaden van God aan hen bewezen, als de oorzaak en grond zijnde, waardoor wij tot voortgang in de Godzaligheid behoren bewogen te worden, trekt hij nu een vermaning tot een vlijtigen voortgang in deze, zodat deze vermaning ziet op het woord gelijk, vs.3, als of hij zeide: Dewijl zijn goddelijke kracht, enz., zo brengt naarstigheid toe, enz. Zie dergelijke 1 Tim.1:3. 27. Anderen lezen naar hetzelve. 28. Namelijk boven de voorgaande weldaden en gaven Gods, doet alle naarstigheid om die te behouden en te vermeerderen. 29. Grieks in; zo ook in de volgende. 30. Een deugdelijken en godzaligen wandel; zie vs.3. 31. Dat is, Christelijke voorzichtigheid en bescheidenheid.